Gevorderde parodontitis
Pas in een gevorderd stadium van parodontitis ontstaan er klachten. Die kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het gaan bewegen van tanden of het ontstaan van ruimte daartussen. Doordat bij terugtrekkend tandvlees de wortels gedeeltelijk bloot komen te liggen, kunnen de tanden erg gevoelig zijn bij het poetsen. Dat kan ook het geval zijn bij het eten van warme, koude, zoete of zure spijzen. Door parodontitis kan er uiteindelijk zo veel kaakbot verloren gaan, dat tanden hun houvast verliezen en uitvallen.
Vatbaarheid
Niet iedereen is even vatbaar voor parodontitis. Dit komt omdat parodontitis een multi-factoriele ziekte is. Bacterien in de tandplaque vormen de aanleiding tot parodontale ontstekingen. Maar het ziekteverloop wordt mede bepaald door de samenstelling van de bacteriën in de plaque (van mild tot zeer agressief) én door een aantal risicofactoren. De belangrijkste risicofactoren zijn: de genetische achtergrond ,systemische aandoeningen (bv diabetes), bepaalde medicatie, roken en stress.
Behandeling
Tijdens dit consult starten we met een uitgebreide medische vragenlijst en wordt de tandheelkundige geschiedenis overlopen. Verder doen we een klinisch onderzoek, we maken een parodontiumstatus. Met een pocketsonde overlopen wij de diepte van de pockets van elke tand, bloeding en aanwezigheid van tandplaque en tandsteen wordt in kaart gebracht. Ook wordt de mobiliteit van de tanden nagekeken en of het tandvlees is teruggetrokken.
De parodontiumstatus wordt aangevuld met rontgenfoto’s waarmee we eventueel botverlies visueel kunnen vastleggen. Aan de hand van deze gegevens geven wij u een duidelijk beeld van uw parodontale situatie en wat de behandelopties zijn. Rekening houdend met uw noden en wensen wordt er een behandelplan opgesteld. Eventuele behandelingen die door de verwijzende tandarts moeten uitgevoerd worden, zullen in en schriftelijke correspondentie naar de tandarts gestuurd worden, begeleid door een kopie van de parodontiumstatus en de rontgenfoto’s.
Initiele ( niet-chirurgische) fase
Tijdens de initiele behandeling wordt een professionele gebitsdesinfectie uitgevoerd. Hierbij wordt de tandplaque en het tandsteen, die op plaatsen zit waar u niet meer bij kan verwijderd door middel van ultrasone apparatuur en fijne handinstrumente. Afhankelijk van de ernst van de aandoening gebeurt dit in één of meerdere zittijden, mét of zonder verdoving. Verder besteden we heel wat tijd aan het optimaliseren van de infectiebestrijding die u zelf uitvoert, uw mondhygiëne. De nadruk zal daarbij voornamelijk op het reinigen.
Herbeoordeling
Ongeveer 2 maanden na de initiele behandeling wordt het klinisch onderzoek en het maken van de parodontiumstatus herhaald. Op basis van die metingen wordt de mate van gezondheid/ontsteking (parodontitis) of infectie controle bepaald. Als er nog ontsteking gevonden wordt, komt dat omdat er nog tandplaque boven en/of onder het tandvlees zit (in de verdiepte pockets).
In overleg met u wordt er een vervolg behandelingsplan opgesteld. Ook wordt er een herbeoordelingsbrief opgesteld en verstuurd naar de verwijzende tandarts.
Parodontale chirurgie (flap-operatie)
Het doel van deze behandeling is, het verwijderen van het resterend ontstekingsweefsel, tandplaque en tandsteen op moeilijk bereikbare plaatsen, alsook het elimineren van de verdiepte pockets ( dieper dan 5mm) waar de bacteriën zich weer kunnen verzamelen. Bij een flap-operatie maakt de tandarts , onder plaatselijke verdoving, het tandvlees los en schuift het daarna opzij. Vervolgens wordt het ontstoken weefsel weggehaald. Het kaakbot en de wortels van de tanden zijn dan goed zichtbaar en bereikbaar. Dan kan het tandsteen gemakkelijk verwijderd worden. Waar nodig wordt ook de –vaak grillige- rand van het aangetaste kaakbot bijgewerkt. Daarna wordt het tandvlees weer rond de tanden vastgehecht.
Nazorg
Het doel van de nazorg is om de bereikte infectiecontrole te continueren. Een voorwaarde daarvoor is dat u voorkomt dat er opnieuw ontsteking in het tandvlees ontstaat. Dat kan alleen als u elke dag uw mondhygiëne is dus niet alleen tijdens de behandeling noodzakelijk maar vormt daarna de basis voor een gezonde toekomst! Op basis van wetenschappelijk onderzoek is komen vast te staan dat regelmatige begeleiding van de mondhygiëne en reiniging op kwetsbare plaatsen door de tandarts in de meeste gevallen nodig blijft. Dit gebeurt in het eerste jaar na de actieve behandeling 3 tot 4 maandelijks. Nadien wordt er bij iedere patient persoonlijk bekeken met welke frequentie de nazorg moet voortgezet worden.